Als wij denken aan een nonnenklooster en we horen dan trage Latijnse gezangen in ons hoofd, gezongen door heldere sopranen, dan maken we een kardinale fout.
We zouden eerder moeten denken aan de Soprano’s want in dit klooster waart de maffia rond.
Het zijn hier niet de “zusterkes” die zingen, maar de beelden die spreken. Een serene sfeer van stilte en gebed? Weer een kardinale fout, want hier worden kardinalen afgerost door de tuinman omdat hij verliefd is op een blonde novice. De pastoor dient geen sacramenten toe maar stokslagen op het achterwerk van de toekomstige Moeder Overste terwijl zijn slavin ligt vastgeketend met de fluwelen boeien van de overleden Moeder Overste.
Maar het zielenheil staat hier wel centraal al gaat dat ten koste van het welzijn. De kardinaal staat op water en brood en onkruid wordt verdelgd maar dat belet de familie niet van op schattenjacht te gaan.
De maagd Maria komt tussenbeide omdat ze verontwaardigd is dat haar zoon voor dertig zilverlingen onder de prijs is verkocht en daarom eist ze dat de Satan wordt uitgedreven.
Ongelukkig genoeg was Satan de derde echtgenoot van de erfgename. Dus moet de pastoor op dieet. Maar eerst gaat hij op bedevaart met het geld van de paus en daarom slaat zuster kuisvrouw hem in de pan van de kerk.
Gelukkig gebeurt er een mirakel en daardoor geraakt het klooster uit de financiële problemen, tenminste als ze het geld terugvinden dat de maagd heeft scheef geslagen.
Dan komt er een non uit de kast. Wie had dat gedacht?
De overleden Moeder Overste zorgt voor een verrassing van formaat en verslaat de maffia.
Eind goed al goed, maar waar is dat geld?