Sanne Van Reeth werkt al bijna twee jaar als vrijwilligster in de jungle van Afrika. Ze leert er de plaatselijke bevolking lezen en schrijven.
We zijn in 1969: De tijd dat een Belg nog de Ronde van Frankrijk kon winnen, er mensen op de maan liepen, er nog telegrammen gestuurd werden en de telefoon op een kastje in de kamer stond.
We bevinden ons in de chique villa, ergens in een landelijke gemeente, van de familie Carleani. Na de dood van Marino Carleani heeft zijn weduwe, donna Vita, de leiding over de maffiafamilie.
Als wij denken aan een nonnenklooster en we horen dan trage Latijnse gezangen in ons hoofd, gezongen door heldere sopranen, dan maken we een kardinale fout.
Eugène woont samen met zijn Trees en zijn zus Emma in een bouwvallig huisje, een achterbouw van waar vroeger de sekswinkel van madame Lolita was.